Wandelcode: de 10 geboden van Team Van Troje
Te paard de openbare weg op gaan. In een land als België waar allerlei soorten weggebruikers elkaar vaak kruisen, kan het een uitdaging zijn om dit op een veilige manier te doen. Er zijn hierrond een aantal principes die ik mij gedurende de jaren eigen heb gemaakt, vanuit de “wandelopvoeding” die ik gekregen heb. De eerste jaren op de weg, deed ik dit vaak onder begeleiding van iemand met veel ervaring in buitenrijden en mennen. Onlosmakelijk heb ik daar heel wat zaken uit overgenomen die ik heel relevant vind en graag deel. Verder in dit artikel geef ik je ook nog een aantal algemene richtlijnen over de wegcode mee.
1. Test regelmatig de rem
Om veilig op de weg te kunnen gaan, is het belangrijk dat je paard goed luistert naar je commando’s. In de eerste plaats gaat dit over de hulpen die je geeft met je zit, maar op buitenrit kan het ook heel nuttig zijn om je paard bijkomend naar stemhulpen te leren luisteren. Naast vooruit of opzij gaan, of de voorhand of achterhand wat opschuiven, is de rem mijns inziens één van de grootste aandachtspunten. Stel je voor dat je in draf een kruising nadert en je paard niet tijdig kan stilzetten? De gevolgen kunnen onoverzienlijk zijn. Eén van mijn stelregels is dus om op buitenrit op élk punt waar wegen elkaar kruisen, mijn paard even te laten wachten. Niet alleen op plaatsen waar er verkeer is, maar op élk landbouw weggetje of zandpad. Op die manier test ik onderweg regelmatig onze connectie en leert mijn paard ook dat we niet enkel in een voorwaartse flow zitten, maar er ook dingen kunnen gevraagd worden.
2. Word Olympisch Kampioen Bosdressuren
Naast de rem uit punt 1, is het ook belangrijk om aandacht te besteden aan de totale body control die je over je paard hebt. Met andere woorden, je moet je paard in elke richting kunnen verplaatsen om op een handige manier door verschillende situaties te gaan waarin je onderweg kan komen. Bijvoorbeeld op een smal doodlopend pad, zal je mogelijks eerst een stukje achteruit moeten gaan om terug te keren. Of om een poort open te doen, kan het nuttig zijn dat je paard er zijwaarts kan gaan naast staan en nadien zijn voorhand kan verzetten om de poort open te doen. Dit zijn zaken die je in de veilige omgeving van een rijpiste kan oefenen, maar ook op buitenrit kan je situaties gaan opzoeken waarin je met deze oefeningen aan de slag kan. Ook de slangenvoltes of de overgangen die je in de piste rijdt, kan je op buitenrit gebruiken in je voordeel. Je test ermee hoe goed je paard naar je luistert in een omgeving waar er meer prikkels zijn dan thuis in de rijpiste en je houdt er zijn/haar aandacht mee bij jou.
3. Hou zelf de teugels in handen door af en toe eens onvoorspelbaar te zijn
Misschien heb je op vakantie wel al eens een rit aan de zee gemaakt. Het paard waar je mee rijdt kent de routine en weet exact op welk punt op het strand hij/zij in galop mag vertrekken. Paarden zijn gewoontedieren en maken graag veronderstellingen over wat op hun afkomt. In veel situaties is het goed om je paard een structuur en routine te geven. Op buitenrit wil je absoluut vermijden dat je wandelpaard zelf de touwtjes in handen neemt. Met andere woorden, zorg voor afwisseling in je route en ook in de gangen die je rijdt. Als je 2x op hetzelfde punt in galop aanspringt, is de kans heel groot dat je paard de 3e keer zelf al de beslissing maakt. En wat als er dan net op dat moment een groepje wandelaars in de tegenovergestelde richting aan komt? Of wat als er net een regenachtige periode gepasseerd is en de paden zijn gevaarlijk glad door modder? Met andere woorden, wandel met een beleid en kijk goed naar je omgeving en je leiderschap tegenover je paard. Niemand zegt overigens dat je na het kruisen van het groepje wandelaars nog even een kort drafje of galopje kan maken. Zolang jij maar de teugels in handen houdt.
4. Jij bent chef van de pauzes
Kan je je voorstellen dat je op de openbare weg met de wagen achter een koets rijdt? Je past je tempo aan, de auto’s achter je volgen. En dan ineens gaat de koets stilstaan, omdat het paard moet mesten. Tot zover je begrip als autobestuurder. Overigens kan het gerust wél om even te gaan stil staan op jouw commando op een plek waar je de mest moet opruimen, bijvoorbeeld in een rijpiste. Op de openbare weg is dit echter niet veilig. Wees er dus consequent in om ook je rijpaard op wandeling altijd te laten doorstappen of draven bij het mesten. Ga ook met een degelijk beleid om wat betreft eten onderweg. Het kan voor gevaarlijke situaties zorgen als hij/zij zelf beslist om te gaan stilstaan om even zichzelf onderweg een snack toe te dienen. Omdat het voor een paard belangrijk is een zekere structuur en consequentheid te ervaren, is eten terwijl hij betuigd is en/of we onderweg zijn, iets wat ik zoveel mogelijk vermijd. Voor mij persoonlijk zijn er twee uitzonderingen. Moet mijn paard ergens heel lang wachten, of heeft hij een zenuwachtige dag en wordt hij nog extra geprikkeld door bijvoorbeeld een grote landbouwmachine die passeert? Dan zal ik mogelijks ook het gras of de omgeving gebruiken om mijn doel te bereiken; een rustig paard. Ook op dagtocht zal mijn paard moeten eten onderweg terwijl hij betuigd is, maar dan op bewust gekozen graaspauzes die ik bepaal. Ik moet trouwens wel eerlijk bekennen, nu ik de laatste maanden vaak met de lange lijnen àchter Ulaan loop (op het terrein van de stalling), het een nieuwe uitdaging biedt hem op die manier ook vooruit te kunnen houden. Hij test mijn leiderschap regelmatig uit door zichzelf snacks te gunnen, dus nog werk aan de winkel om daar ook de vooruit er in te houden en zelf de teugels in handen te houden alvorens we de openbare weg op gaan.
5. Afstappen is ok!
Over al dan niet afstappen onderweg zijn er verschillende meningen. Mijn visie daarin is dat veiligheid voorop staat. Daarin spelen de gemoedstoestand van paard en ruiter een grote rol. Waar ik de ene dag genoeg vertrouwen voel om mijn paard vanuit het zadel voorbij een eng punt te loodsen, kan het de andere dag veiliger zijn omdat er naast te doen. Veel hangt ook af van de omstandigheden. Ben je ergens midden in het bos en vindt je paard het spannend om door een grote regenplas te gaan, dan is het goed om je tijd te nemen en vanuit het zadel je paard het vertrouwen te geven om vooruit te gaan. Ben je ergens op een plaats waar je een eng bruggetje over moet en er verkeer op je staat te wachten? Dan voel je je er mogelijks comfortabeler bij om naast je paard te gaan lopen. Dit op voorwaarde dat je vooraf ook aan het vertrouwen op de grond gewerkt hebt. Overigens, door de druk hier van je paard af te halen, kan het best zijn dat als je 2 dagen later op hetzelfde punt bent, hij/zij iets meer zelfvertrouwen gekregen heeft om het toch te passeren met jou op zijn rug. Ken je relatie met je paard in verschillende situaties en voel jullie comfort van het moment aan om te beslissen of je er beter op of naast gaat.
6. Wees zichtbaar
Als ruiter is het jouw verantwoordelijkheid om voor jou en je wandelpaard te zorgen dat jullie zichtbaar zijn in het verkeer. Dat dien je om te beginnen letterlijk op te vatten. Rij je op een ietwat grijze dag, met een donker paard en heb je donkere kleren aan? Dan zal het je verbazen hoe veel automobilisten je niet of pas laat zien. Wees hier dus attent op en draag liever een fluohesje als je zeker wil zijn dat jullie goed zichtbaar zijn. Ga je in het donker op pad, dan is het zéker belangrijk om te zorgen voor reflecterende kledij en verlichting. Gelukkig zijn er op de markt al heel wat oplossingen en met wat creativiteit hoeft dat ook maar een paar euro’s te kosten.
Tip: vraag eens aan een vriend om te kijken hoe goed je zichtbaar bent in het donker.
Surf zeker ook eens naar PaardenPunt Vlaanderen, waar verplichtingen en tips rond zichtbaarheid op de weg zijn verzameld. Je vindt er ook een interessante brochure met meer gedetailleerde informatie.7. Communiceer met het verkeer
Ook houdt zichtbaarheid in het verkeer in, dat je actief communiceert met het verkeer rondom je. Veel mensen zullen uit zichzelf al vertragen en een ruime bocht nemen als ze een paard passeren, of zelfs de wagen stilleggen. Maar sommige mensen zijn zich ook minder bewust van de natuurlijke reacties van een paard en de wisselwerking met de omgeving. Het is dus belangrijk om contact te leggen met je omgeving. Is je paard wat angstig omdat hij een tuin met een blaffende hond moet passeren? Maak dan met je arm teken naar het verkeer om te vertragen of te wachten, totdat jij jullie op een veilige manier doorheen de situatie kan loodsen. Ook als je verkeer ziet of hoort naderen, zorg dat je alert bent. Kijk eventueel achterom naar verkeer wat van achterop komt en toon hen op die manier dat je hun ook opgemerkt hebt. Ga je ergens links of rechts afslaan, geef dit aan met je arm. Een zweepje kan ook een handig verlengde zijn van je armen, als communicatiemiddel. Zorg ervoor dat je al deze gebaren (achterom kijken, je arm uitsteken,...) eerst al geoefend hebt in een veilige omgeving (rijpiste) zodat je paard ook niet ineens verrast wordt door onverwachte manoeuvres.
8. Kudde van twee
Jij en je paard zijn een team en een kudde van twee. Ongeacht of je alleen op pad bent of in groep, is je paard altijd je eerste en voornaamste compagnon. Paarden zijn kuddedieren, maar willen eerst en vooral een goede en consequente leider. Soms vragen de omstandigheden er om dat je de groep verlaat. Bijvoorbeeld omdat je paard gekwetst is en jullie moeten achterblijven tot transport je komt ophalen. Of er is een mederuiter gevallen en jij moet terug rijden om voor vervoer te zorgen. Eender wat er zich kan voordoen, het is belangrijk dat jij en je paard zich veilig genoeg voelen bij elkaar om de groep op te verlaten als het nodig is. Jij dient dus steeds de controle te hebben over de gangen, tempo en richting van je paard. Ga je met een groepje wandelen, dan kan je dit simuleren door eens een cirkel weg van de groep te rijden. Of eens wisselend vooruit te draven terwijl de rest achter blijft of zelf achter te blijven, terwijl iemand anders weg rijdt. Het is dus zeker ook aan te raden om regelmatig enkel met jullie twee op pad te gaan, zodat jullie daarin ook het vertrouwen hebben.
- burgerlijke aansprakelijkheid (evt. gekoppeld met rechtsbijstand) voor schade die je paard aanricht aan derden en
- lichamelijke letsels bij jezelf (ongevallenverzekering)
Meer informatie rond verzekeringen kan je ook vinden via PaardenPunt Vlaanderen.
10. Wees op de hoogte van de algemene wegcode
Bovenstaande 9 topics zijn mijn eigen basisprincipes. Uiteraard zijn er nog een aantal algemene veiligheidsregels voor ruiters én andere weggebruikers.
Ben je een ruiter, dan volg je volgende regels:
De minimumleeftijd om met een paard op de openbare weg te mogen (onder het zadel of aan de hand) is 14 jaar. Ben je vergezeld door een ruiter van minstens 21 jaar, mag je op de weg vanaf 12 jaar. Om met een gespan de weg op te mogen, moet je 16 jaar zijn.
Je respecteert dezelfde voorrangsregels als voor fietsers, bromfietsers en autobestuurders.
Op voetpaden, stoepen, fietspaden en fietsstroken mag je niet komen, ook niet als je naast je paard loopt. Dit alles geldt ook voor menners. Plaats op de weg voor ruiters: als er een ruiterpad is, dan moet je dat gebruiken. Is er geen ruiterpad, dan houd je zoveel mogelijk rechts op de rijbaan, als het kan in de berm. Rijd je op de rijbaan, dan mag je niet naast elkaar rijden.
Richtingsveranderingen geef je aan met een armbeweging.
Gebruik de correcte gang: galopperen in de bebouwde kom mag niet. Kruis tegenliggers (wandelaars, fietsers, ruiters, auto’s) steeds in stap of arbeidsdraf. Als je andere ruiters van achterop benadert en wilt voorbijsteken, vraag of je voorbij mag.
Als je een paard tegenkomt op de openbare weg, zijn er een aantal principes voor de veiligheid in het verkeer. Dit zijn 5 tips voor weggebruikers:
Hou afstand: passeer paarden rustig en extra ruim, stop indien nodig. Paarden kunnen schrikken en springen zomaar opzij.
Maak geen lawaai: paarden schrikken van claxons, geroep, luide muziek, zware motoren, kletterende aanhangwagens en vracht...
Vermijd plotse en hevige bewegingen zoals rennen, zwaaien, flapperende ladingen...
Doorbreek nooit een groep paarden. Paarden zijn kuddedieren en zullen proberen andere paarden te volgen.
Wees extra op uw hoede in vreemde situaties: paarden zijn bang van bizarre of onbekende objecten zoals treinen, trams, vrachtwagens, tractoren, tunnels, bruggen, omvergevallen bomen, loslopende honden...
Bron: Meldpunt 144 |
Tot slot: surf zeker ook eens naar de site van PaardenPunt Vlaanderen, waar een overzicht van informatiebronnen rond paarden op de openbare weg te vinden is.
Snuistertips:
Deze presentatie vat heel wat essentiële zaken samen.
En ook de informatie op de site van de Federale Politie vind ik zelf heel toegankelijk.
Bekijk ook zeker de informatie rond de veiligheidscampagne “Paard op de baan, kalm aan” en deel dit met je (niet-paarden) vrienden en familie!
Ivy
Reacties
Een reactie posten