7 ankerpunten voor een veilig en gezond wandelpaard (deel 1/2)


Droomde jij er al altijd van om mooie lange buitenritten te maken met je eigen paard? Heb je je eerste eigen wandelpaard op het oog? Of heb je hem/haar al op stal staan? Dan vraag je je misschien af hoe je er aan begint om samen op een verantwoorde manier op pad te gaan. In deze blog reik ik je in twee delen een aantal tips toe om mee aan de slag te gaan. Het is naar mijn mening namelijk belangrijk om aandacht te besteden aan een aantal zaken én je ook bewust te zijn van wat je wil doen en waarom je dat doet. Met je wandelvriend kan je namelijk een mooie en lange toekomst tegemoet gaan!

1. Werken met een doel

Eerst en vooral vind ik het belangrijk om bij de aanschaf van een paard bewust te kiezen wat je met hem/haar wil gaan doen. Sommige ruiters hebben ambities om de dressuur- of springsport in te gaan, anderen willen gaan mennen. Een gezond en veilig wandelpaard is ook een doel op zich. Weten waar je naartoe wilt met je paard, helpt om te focussen en dingen te ondernemen die bijdragen bij je doel. Toen ik Ulaan kocht, wou ik heel duidelijk een fijn wandelpaard. Alles wat ik onderneem, is ook een bijdrage aan dat doel. Bijvoorbeeld: een goede bespiering is zeer belangrijk voor een wandelpaard. Daarom volg ik dressuurlessen om een correct bespierd paard te hebben, wat dan bijkomend ook goed luistert naar de hulpen. Een ander onderdeel van mijn doel was het halen van een A-brevet om de endurance competitie te kunnen in gaan. Doorheen de tijd kan het dus ook zijn dat de bijdrage aan je doel verandert. Misschien krijg je interesse om je met je wandelpaard verder te gaan verdiepen in een aantal onderdelen van het Western-rijden. Zo kan het rijden van trail-oefeningen, b.v. openen van een poortje, over een brug lopen,... bijdragen aan je comfort op buitenrit. Sleutel is sowieso om jezelf en je paard tijd te geven om je doel te bereiken en onderweg ook plezier te hebben. Het kan dus overigens ook betekenen dat je in de tijd die je met je paard doorbrengt, met verschillende lesgevers zal werken. Afhankelijk van je niveau en het deel van je doel, kan je doorheen de jaren met één of meerdere lesgevers werken. Iedereen heeft zijn specialiteiten. Tot slot helpt het hebben van een duidelijk doel ook om mee te geven aan de mensen rondom je, welke hulp of advies je verwacht. Denk daarbij aan het overleg wat je voert met je hoefsmid over de hoefverzorging van je wandelpaard. De omgeving waarin je wandelt en de uurtjes die je doorbrengt op pad, kunnen doorslaggevend zijn om te kiezen voor hoefijzers, hoefschoenen of blootvoets. Heb je een eventingpaard? Dan zal je waarschijnlijk  in overleg met de smid voor een ander soort beslag kiezen dan bij een dressuurpaard. Met andere woorden, het is dus zeer waardevol om er bij stil te staan wat je waarom doet.



2. Zorg voor een gevarieerde training

Het is mijn overtuiging dat elk paard en mens baat heeft bij afwisseling in zijn werk. Dat zorgt voor mentale prikkels. Ook kan je bijvoorbeeld wel eens zaken op de grond oplossen, waar je in het zadel niet doorheen geraakt. Waarom is een gevarieerde training nu zo belangrijk voor een wandelpaard? In België is wandelen/buitenrijden een topsport. We worden vaak geconfronteerd met druk verkeer, bijvoorbeeld vrachtwagens, tractors, bakfietsen, wielertoeristen,... Onze wandelpaarden moeten bomproof zijn en om dat te bereiken moet je paard in jou als leider vertrouwen hebben. Het kan jou dus ook helpen om een simulatie van mogelijks gevaarlijk situaties te creëren in een veilige omgeving (piste) alvorens je op de weg gaat. Bijvoorbeeld: wapperend zeil, obstakels om over te stappen,..  Door op deze manier te leren hoe je paard reageert en hoe jij daar kan mee omgaan, kan je referentiekaders vastleggen voor verschillende situaties. Dit kan gesimuleerd worden in een veilige omgeving (piste) alvorens je op de weg gaat. Bijvoorbeeld: wapperend zeil, obstakels om over te stappen,.. Anderzijds moet je paard ook goed aan de hulpen staan (body control): de gas en de rem moeten goed werken en hij moet naar links/rechts kunnen gaan met zijn voor- of achterhand, of volledige lichaam. Daarnaast is het ook voor een wandelpaard belangrijk om correct bespierd te zijn. Uiteindelijk moet hij jou als ruiter toch een aantal uur op een dag kunnen dragen. Dus een dressuurmatige training waarbij het lichaam en de spieren correct getraind worden is essentieel. Had je er al bij stilgestaan dat je ook op buitenrit aan de slag kan met dressuuroefeningen?

Tot slot is voor mij een gevarieerde training ook het aanpassen van je werk aan de weersomstandigheden, de omgeving waarin je rijdt, de fysieke en/of mentale toestand paard (of jezelf). Zorg dat je een ruim gamma aan tools hebt, waaruit je kan kiezen. Bijvoorbeeld: wandelen, dressuren, een sprongetje maken, longeren, werken aan de lange lijnen, grondwerk, op verplaatsing gaan rijden,...



3. Omring je door een goed team van hulpverleners

Het is belangrijk om omringd te zijn door de juiste mensen, waarin je vertrouwen stelt. Begin met het kiezen van een vaste dierenarts, hoefsmid, tandarts en zadelpasser. Iemand die je paard doorheen de jaren leert kennen en rekening houdt met zijn evolutie en op de hoogte is van zijn fysieke historiek. Wie een goede hulpverlener is voor jou, dat is zeer persoonlijk.  Laat je eventueel adviseren door mensen rondom je op stal of in je vriendenkring. Vaak kan je dierenarts je ook doorverwijzen naar een hoefsmid, of omgekeerd. Volg alleszins je gevoel, want een goed vertrouwen hebben in deze mensen is belangrijk. Mijn voorkeur gaat er naar uit om samen te werken met hulpverleners die holistisch kijken. Dat wil zeggen dat zij niet enkel de symptomen bekijken, maar ook op zoek gaan naar de oorzaak. Sowieso heb jij als eigenaar de belangrijkste rol te spelen in de verzorging van je paard. Jij kent hem/haar het beste en dient zoveel mogelijk informatie te delen. Het kan echter wel zinvol zijn als je dierenarts ook osteopaat is en bij het behandelen van de rug van je paard, je ook attent maakt op het zadel of de stand van de hoeven. Overigens praat ik ook vaak met mijn humane kinesist en osteopaat, over de ervaringen met mijn paard. Een frisse blik van een buitenstaander kan soms ook voor nieuwe inzichten zorgen, omdat er sowieso ook parallellen zijn tussen mens en dier. Onder de hulpverleners plaats ik tot slot ook nog graag de lesgevers. Belangrijk daarbij vind ik dat je een evolutie kan opmerken bij jezelf en bij je paard. Ook hier kan het duidelijk voorop stellen van een doel (bijvoorbeeld halen van een level 1 Horsemanship) helpen om te evalueren waarin jullie gegroeid zijn, of nog hulp nodig te hebben. Soms heb je dus eerst even een lesgever nodig die jou helpt werken aan je assertiviteit. Dan komt er misschien meer nood aan iemand die je dressuurmatig wat extra skills kan bijbrengen. Of wordt het net nodig om je communicatie weer verder te gaan verfijnen. Persoonlijk vind ik het ook wel een goede referentie als een lesgever zelf ook nog actief bezig is met zich bijscholen en/of les volgen.




4. Teambuilding
Jij en je wandelpaard vormen een team, investeer dan ook in een goede relatie. Een basis aan vertrouwen is nodig om samen dingen te kunnen ondernemen, maar soms zorgt gewoon “doen” ook net voor een versterking van dat vertrouwen. Zorg daarin voor een kader waarin je je comfortabel voelt, met een gezelschap waarin je vertrouwen hebt zodat jij ook een goede leider kan zijn voor je paard. Ga stap voor stap op verkenning in de buitenwereld en zorg voor succesjes. Geef acht aan veiligheid en het plezier volgt vanzelf. Bij het investeren in de relatie binnen je team, is het ook belangrijk om af en toe eens uit te zoomen en je focus eventueel even te verleggen. Vlot het even niet met het pistewerk? Ga eens even uitwaaien aan zee of maak een fijne bosrit. Je paard en jij zijn een team en dragen elk bij aan de samenwerking. Als er iets niet goed gaat, mag er niet gewezen worden naar de ene of de andere, maar moet je samen tot een oplossing trachten te komen waarin je je beide kan vinden en beide aanvaard (hmm, wie ontdekt de parallellen met intermenselijke relaties?). Met andere woorden, als je paard op wandeling niet over een gracht durft springen, is het misschien goed een stapje terug te doen en het vertrouwen in zijn/haar springtechniek onder begeleiding en in een piste op te bouwen. Als leider van het team moet je als mens dus beseffen dat het paard jou volgt. Als hij/zij dat niet doet, dan stel je hem/haar de vraag misschien wel verkeerd. Of heb je (nog) niet voldoende vertrouwen om een bepaalde activiteit te ondernemen. Je paard wil zich veilig bij je voelen.



Lees volgende week in deel 2 verder over leiderschap, verzorging & materiaal en huisvesting!

Groetjes, namens Ulaan en mezelf,  

Ivy

Reacties

Populaire posts van deze blog

Een jaar met Orror

Dubbel Draverplezier

Op welke kosten reken ik voor mijn wandelpaard?