Het belang van bosdressuur


‘Bosdressuur’ – het is een prachtige term die ik ooit oppikte van een instructrice die nu mooie resultaten behaalt in de westerncompetitie, maar ooit een basis maakte in de wandelvereniging waar ik nog steeds lid van ben. Een groep gelijkgestemde zielen die belang hecht aan de basisopleiding en vereisten van een goed wandelpaard (en bij uitbreiding sportpaard). Veiligheid en gezondheid staan daarbij voorop.

Hoewel het voor velen niet het meest aantrekkelijke deel van het werk is, ligt die belangrijke basis in de dressuur – of dat nu volgens de klassieke (Engelse) stijl is, dan wel vanuit de Amerikaanse filosofie en methodiek (Western Riding). Veiligheid zit in het correct reageren op hulpen, gezondheid in het juiste gebruik van het lichaam: rechtgericht en in balans. In dit artikel illustreer ik dat met mijn twee paarden, die zich elk in een andere levens- en trainingsfase bevinden.

De jeugd: Orror
In mei werd Orror zeven jaar. Ik ben nu ongeveer 2,5 jaar met hem aan het werk. Hoewel hij compact gebouwd is en in de weide vlot galoppeert, bleek het dressuurwerk een grotere uitdaging dan verwacht. Orror is een vijfganger – naast stap, draf en galop beschikt hij ook over telgang en tölt – wat extra finesse vraagt in de afstemming van de hulpen. Bovendien vertoonde hij een zekere asymmetrie in de schouders, wat extra aandacht vroeg.
In het eerste jaar werkten we aan een brede basis: veel grondwerk, zadel- en ruitermak maken, een basis aan dressuur en ook wandelen onder het zadel – zowel alleen als in groep. Toch bleef zijn achterhand nog onvoldoende stevig: hij sleepte met zijn achtervoeten en liet onvoldoende los in de bovenlijn. Daarnaast wisselde hij ongecontroleerd tussen zijn gangen, deels door fysieke onbalans, deels door moeite met focus. Mede door het natte voorjaar en de zomer van 2024 investeerde ik volop in longeren, met als doel krachtopbouw, ontspanning (via vele overgangen) en een helder onderscheid tussen de drie basisgangen. Dit is uiteraard een proces en met verschillende hulpmiddelen. Soms is een dubbele longe het beste middel, soms een bijzetteugel. Momenteel longeer ik eigenlijk vooral met een enkele lijn, rechtstreeks aan het hoofdstel. 
Dat werk leverde alleszins op: stap, draf en galop zijn nu duidelijker van elkaar te onderscheiden, de achterhand werkt beter mee en er komt meer afdruk. Vooral op rechterhand is er stabiliteit. Linkerhand blijft een aandachtspunt, wat overeenkomt met zijn natuurlijke asymmetrie. De rechterkant blijft iets gespannen – wat zich uit in vluchtgedrag of het ‘vallen’ naar binnen als er wat stretch op zijn spieren komt. Maar onder het zadel merk ik beterschap: hij loopt meer in balans en draagt zichzelf beter.
Een mooie test van onze vooruitgang was een dagwandeling met de wandelclub tijdens het Hemelvaartweekend. Orror was rustig en opgewekt, en ik voelde hoe hij zijn lichaam op een gezonde manier gebruikte. Nadien toonde hij wat spiergevoeligheid, maar niets buiten verwachting. En buiten de bakrand komt ook feedback uit de natuur: hij drukt zich wat tegen de rand van wandelpaden aan op rechts – zijn meer gespannen kant – wat meteen ook het volgende trainingsdoel aanduidt: rechtrichten.

 

 


Een korte visuele samenvatting van onze progressie volgens de klassieke dressuurladder:
  • We hebben veel tijd gestoken in takt: het correct onderscheiden van de gangen.
  • Momenteel werken we aan ontspanning, aanleuning en impuls. Deze hebben uiteraard in de voorbije tijd een basis gekregen, maar het stabiel krijgen van de takt heeft de grootste aandacht gevraagd.
  • Rechtrichten is de volgende grote stap – en die krijgt vorm in figuren rijden in de piste, rechte lijnen op wandeling of drafbaan, en sprongetjes nemen. Zo combineren we ontspanning met gerichte oefening. Ideaal voor een slim paard als Orror, wat de nodige uitdaging nodig heeft!
  • Verzameling is fase zes, en als we die bereiken, belonen we onszelf met een strandrit!
Bron


De golden oldie: Ulaan
Ulaan is recent 23 jaar geworden. Al 19 jaar mijn eerste paard – wat een zegen! Uiteraard is zijn fysieke conditie niet meer wat ze was, en artrose laat zich af en toe voelen. Toch blijft hij vrolijk en enthousiast en geniet hij zichtbaar van aandacht en werk. Wandelen blijft ons grootste plezier, dus dat doen we nog steeds regelmatig – soms gewoon stapritjes, soms met een drafje of galopje erbij om spieren actief te houden.
Ook grondwerk blijft onderdeel van ons ritme: lichte longeersessies (vooral stap en draf) met veel overgangen. Hier ligt de focus op buiging en balans. Bijkomend doen we in die grondwerksessies ook altijd wat bodycontrol oefeningen die bijdragen aan de algemene soepelheid en coördinatie; achteruit stappen, zijgangen, individueel verzetten van schouders en achterhand. Af en toe werk ik met lange teugels – altijd interessant om vanuit dat perspectief zijn rechtgerichtheid te observeren.
Met Ulaan heb ik enorm veel geleerd over dressuur. Ik begon als typische manège-ruiter, maar doorheen de jaren verdiepte ik me – geholpen door mijn omgeving en mijn eigen nieuwsgierigheid – in allerlei methodes. Onze eerste lessen kwamen van western-georiënteerde instructrices. Later schakelden we over op een Prix-Saint-Georges-dressuurinstructrice, met wie we in 2014 zelfs het B-brevet Western voorbereidden.
Mijn conclusie na al die jaren? De uitwerking verschilt per stroming, maar de basisprincipes zijn universeel. En die basis werpt zijn vruchten af. Dat zag ik bijvoorbeeld eind 2024, toen Ulaan in de weide een lelijke val maakte. Dankzij zijn ‘core stability’ en een degelijke spierbasis recupereerde hij wonderwel. Het bewijs dat goede dressuur – ook voor een ouder paard – loont. Dit merk en waardeer ik overigens extra, door nu ook met een jonger paard bezig te zijn. Waar ik sommige zaken bij Ulaan voor vanzelf sprekend nam, merk ik dat hij nu veel fijner afgericht is dan ik zelf lang beseft heb. 




Tot slot: durf buiten de lijntjes denken!
Dressuur is niet alleen voor de piste of de competitie. Het is ook – en misschien vooral – een investering in de veiligheid, gezondheid en het langdurig welzijn van je paard. Of je nu droomt van een strandrit of gewoon samen in balans de bossen wil doorkruisen: een degelijke basis maakt álles aangenamer, voor ruiter én paard.
Zelf heb ik vandaag de luxe van een stal met uitgebreide faciliteiten: twee rijpistes, een longeercirkel en zelfs een drafbaan. Dat biedt uiteraard veel comfort en structuur in het trainingsproces. Maar ik besef des te meer de waarde van wat ik in de vijftien jaar voordien heb opgebouwd, toen ik mijn dressuurwerk hoofdzakelijk buiten onderhield.
Buitenritten bieden meer mogelijkheden dan je op het eerste gezicht zou denken. Rechte stukken zijn ideaal voor overgangen of het oefenen van zijgangen. Bomen of paaltjes worden natuurlijke markers voor cirkels, achtjes of zelfs een slalom. En op open vlaktes kun je perfect werken aan begrenzing: tempo controleren, respons op je hulpen verbeteren, of een mooie cirkel rijden zonder zichtbare omheining.
Met een beetje creativiteit wordt werken aan de dressuurbasis zelfs leuk – en verrassend afwisselend. Waar je ook rijdt, het is de kwaliteit van de communicatie tussen jou en je paard die het verschil maakt.

Groetjes, namens Ulaan, Orror en mezelf
Ivy





Duik je graag zelf ook eens verder in de wereld van (bos)dressuur? 
Dan heb ik beveel ik je graag nog deze boeken aan!


Neem zeker ook nog eens een kijkje in één van mijn eerdere artikels over de 7 ankerpunten voor een veilig en gezond wandelpaard. In ankerpunt 1 en 2 zal je zeker de insteek van dit artikel herkennen!

En tot slot ook nog dank aan mijn instructeurs/instructrices en wandelvrienden. Credits aan Iris, wie bij mij ooit de term 'bosdressuur' geïntroduceerd heeft!


Reacties

Populaire posts van deze blog

Een jaar met Orror

Dubbel Draverplezier

Monique & Petit